maandag 25 november 2013

Vroeger was geluk heel gewoon


Je hoort met mensen wel eens zeggen; "Vroeger was alles beter." Bij het horen van deze heerlijk pessimistische opmerking zakt me soms de moed in de schoenen. Hoezo was vroeger altijd alles beter?

Mensen hebben naar mijn idee vrij snel de neiging om het verleden te idealiseren. Inderdaad, mensen konden eerder met pensioen en er waren minder scheidingen. Maar dat betekent niet dat mensen destijds gelukkiger waren. Het was vroeger een schande om te scheiden, je had elkaar immers in het bijzijn van God beloofd om bij elkaar te blijven tot de dood jullie zou scheiden. Men kan dus ook gewoon gelukkig lijken.

Uit onderzoeken van onderzoeksbureau NIPO blijkt dat in 1948 minder dan de helft van de Nederlanders zich gelukkig was.  In de laatste cijfers uit 2009 van het CBS geeft 65% van de Nederlanders aan 'Gelukkig' te zijn en 24% geeft zelfs aan 'Zeer Gelukkig' te zijn! Toch blijft dat nostalgische gevoel dat men 'de goede oude tijd' kwijt is geraakt rondzwerven. Hoe komt dat dan?

In 1948 gaven de ondervraagden aan geluk te zien als ‘een goed bestaan en geld’, gevolgd door ‘een goed huwelijk en gezinsleven’ en een ‘goede gezondheid’. In de jaren die hierop volgden hebben we gezien dat de volgorde hiervan nogal eens wisselde. Vanaf de jaren ’60 stond vooral de goede gezondheid voorop en nam het belang van het goede huwelijk af. Hieruit blijkt dat ‘Geluk’ een constant veranderend begrip is.

De conclusie luidt dus dat geluk nu heel gewoon is. Het merendeel van de bevolking is gelukkig en in 1948 was dat wel anders. Bovendien verstaan Nederlanders nu iets heel anders onder geluk dan vroeger. Kortom: Gelukkig zijn we altijd geweest, we vullen het tegenwoordig alleen iets anders in.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten